Houtkachels van gietijzer

Een gietijzeren houtkachel is opgebouwd uit verschillende componenten die samen zorgen voor een efficiënte en veilige verbranding van hout. De belangrijkste onderdelen van een gietijzeren houtkachel zijn hier beschreven

Onderdelen van een gietijzeren houtkachel

Buitenmantel (exterieur)

• Materiaal: Gietijzer is het hoofdmateriaal van de kachel, dat bekend staat om zijn goede warmtegeleiding en duurzaamheid.
• Functie: De buitenmantel vangt de warmte op die vrijkomt bij de verbranding en straalt deze uit naar de omgeving. Dit zorgt voor een gelijkmatige warmteverspreiding in de kamer.

Verbrandingskamer

• Functie: Hier vindt de daadwerkelijke verbranding van het hout plaats. Het is ontworpen om hoge temperaturen te kunnen weerstaan en een efficiënte verbranding te garanderen.
• Vuurrooster: Vaak is er een vuurrooster aanwezig waarop het hout wordt geplaatst. Dit laat as doorvallen naar de aslade en zorgt voor een goede luchtcirculatie.

Luchttoevoer

• Primair luchtkanaal: Zorgt voor de basisluchttoevoer onder het vuur, die essentieel is voor de initiële ontsteking van het hout.
• Secundair luchtkanaal: Dit kanaal levert zuurstof boven het vuur, waardoor rookgassen verder worden verbrand. Dit verhoogt de efficiëntie en verlaagt schadelijke emissies.
• Luchtregeling: Via kleppen of schuifjes kan de luchttoevoer worden aangepast, wat invloed heeft op de intensiteit van het vuur.

Ruit (deur met glazen venster)

• Functie: Veel houtkachels hebben een deur met hittebestendig glas, zodat je het vuur kunt zien branden zonder de deur te hoeven openen.
• Schoonbrandsysteem: Sommige houtkachels hebben een luchtspoelsysteem dat ervoor zorgt dat de ruit schoon blijft tijdens het stoken, door een luchtstroom langs de binnenkant van het glas te leiden.

Aslade

• Functie: De as die ontstaat door de verbranding valt door het vuurrooster in een aslade onderin de kachel. Deze lade kan eenvoudig worden verwijderd om de as op te ruimen.

Rookkanaal (rookafvoer)

• Functie: Het rookkanaal is aangesloten op de schoorsteen en zorgt voor de afvoer van rookgassen naar buiten. Een goed werkend rookkanaal is cruciaal voor de veiligheid en de trek van de kachel.
• Trekregeling: Soms kan de trek in het kanaal worden gereguleerd via een demper die de doorstroming van de rookgassen aanpast.

Warmtewisselaar (soms aanwezig)

• Functie: Sommige kachels hebben een extra systeem om de warmte efficiënter te benutten door de rookgassen nog verder af te koelen voordat ze worden afgevoerd, waardoor extra warmte vrijkomt.

Bekleding (firebricks of chamotte stenen)

• Functie: In de verbrandingskamer worden soms vuurvaste stenen of platen gebruikt om de warmte beter vast te houden en de verbranding te optimaliseren. Dit beschermt ook het gietijzer tegen oververhitting.

Convectiesysteem (soms aanwezig)

• Functie: Sommige gietijzeren houtkachels hebben een convectiesysteem waarbij lucht tussen de binnenkant van de kachel en een buitenmantel circuleert. Hierdoor ontstaat warme luchtstroming die zich door de kamer verspreidt.

Al deze onderdelen werken samen om een gietijzeren houtkachel veilig, efficiënt en gebruiksvriendelijk te maken. Het gietijzer zelf helpt bij het vasthouden en gelijkmatig verspreiden van de warmte, terwijl de lucht- en rookregelingen zorgen voor een gecontroleerde verbranding.